biografie: Marnix van Sint Aldegonde
1540 - 1598
Filips van Marnix (Heer van Sint-Aldegonde) [Brussel 1540 - Leiden 1598]
In 1562 koos hij openlijk de zijde van de calvinisten. In 1567 was hij gedwongen naar Duitsland uit te wijken en schreef daar 'De Byencorf der H. Roomsche Kercke', een satirisch geschrift met een levendige beschrijving van de misbruiken in de tot dan toe officiële kerk.
In 1570 trad hij in dienst van Willem van Oranje en werd zijn rechterhand. Namens hem ging hij regelmatig op diplomatieke missies. In oktober 1571 speelde hij een belangrijke rol tijdens de eerste gereformeerde Synode in Emden. Hij hoopte dat er een strakke organisatie zou ontstaan die de door de oorlog verspreide gereformeerden kon verbinden.
In 1583 werd hij door Willem van Oranje benoemd tot burgemeester van Antwerpen. Twee jaar later moest hij de stad na een langdurig beleg overdragen aan Parma.
Naast zijn politieke werk was hij ook zeer belangrijk als schrijver van religieuze verhandelingen en een psalmberijming. In 1580 verscheen zijn 'Het Boeck der Psalmen Davids'. Deze teksten bewerkte hij later nog enkele keren. Als polemist speelde hij een grote rol tijdens de opstand tegen de Spanjaarden.
Hoewel hij wordt beschouwd als dichter van het 'Wilhelmus' - sinds 1932 het Nederlandse volkslied - staat dat niet voor de volle 100 % vast.
Inzendingen van deze schrijver
13 resultaten.Psalm 30
poëzie
4.1 met 18 stemmen 18.135 1.
Een Psalm Dauids, (welck is) een Liedt der wyinghe des huys Dauids.
2.
Ick wil met lofsang wel bequaem
O Godt verheffen dynen naem.
Want du my nae mijn toeversicht
Om hoogh' hebst weder opghericht,
End' hebst doch geenssins willen lyden,
Dat sick mijn vyant soud' verblyden.
3...
Psalm 22
poëzie
4.0 met 27 stemmen 26.358 Mijn God, mijn God, waarom verlaatstu mij?
Waaromme gaat mijn huilen dus voorbij,
Ver van dijn hulp en troost, als ik voor dij
Doe mijne klachten?
De hele dag roep ik uit ganse krachten,
En du, mijn God, en wilst daarop niet achten;
Ik hou niet op van schreien alle nachten,
En zwijge ...
PSALM 39
poëzie
3.2 met 17 stemmen 9.493 1.
Voor den Oppersangmeester int gheslachte van Jeduthun. Een Psalmliedt Dauids.
2
Ick hadd' voor my ghenomen end' gedacht
Ick wil op mijn wech nemen acht.
End' toesien dat mijn tongh' haer niet misgae,
Met yet te seggen dat misstae.
Ick woud' een prang' my setten voor de mon...
Psalm 103
poëzie
4.1 met 24 stemmen 10.501 Een lofsang Dauids.
1.
Loof' Godt mijn siel uyt alle dyne crachten,
Mijns herten gront end' innighe ghedachten
Looft synen Naem seer heylich bouen al,
2.
Mijn siel prys' Godt den Heere der genaden,
Vergeet doch niet die grootheyt der weldaden,
Die du van hem ontfang'st sonder ghetal.
...
De eerste psalm
poëzie
3.1 met 12 stemmen 6.299 Dit is eene bescryvinge van het leven der vromen, ende eene aenvvysinge van haere gelucsalicheyt: also den onvromen ende godloosen alle ongeluc vvort toegeseyt.
1.
Die niet en treed't inder god'loosen raet,
Oft op den wech der sondaers niet en staet
Noch op den stoel der spotters is geseten...
Psalm 142
poëzie
4.0 met 25 stemmen 6.097 Dauid sijnde in een speloncke van Saul omringhet, bidt God voor syne behoudenisse, om synen lof inde ghemeynte groot te maken.
1.
Een berichtsliedt Dauids, ende ghebet als hy inde speloncke was.
2.
Ick roep tot God met heller stem,
Al mijn gebeden gaen tot hem:
3. Ick stort mijn hert...
Psalm 131
poëzie
3.5 met 28 stemmen 7.703 Een psalmliedt Davids
1.
O Heer, mijn hert' en is niet hoogh',
Ick heb oock gheen hooveerdich oogh':
End' stae niet hoogh' noch onverschaemt
Na grootersaecken dan m'en taemt.
2.
Ick houd' voorwaer mijn sinnen stil,
End' speense van haer lust end' wil,
End' houd' mijn ...
Psalm 120
poëzie
4.1 met 39 stemmen 7.123 Een psalmliedt Davids
1.
Als ick met ancxten ben bevanghen
Roep ick tot God met groot verlangen,
Want hy tot mijn gebet ootmoedigh
Verleent m'altijts een antwoord' goedigh.
2.
Van lippen die niet doen dan lieghen, ...
Als David moeste vluchten
poëzie
4.1 met 10 stemmen 3.306 Als David moeste vluchten
Voor Saül de tyran,
Zo heb ik moeten zuchten
Met menig edelman,
Maar God heeft hem verheven,
Verlost uit aller nood.
Een Koninkrijk gegeven
In Israël zeer groot.
Na 't zuur zal ik ontvangen
Van God de Heer, het zoet;
Daarnaar zo doet verlangen
Mi...
Psalm 23
poëzie
3.6 met 29 stemmen 8.286 Den XXIII Psalm
Een Psalmliedt Davids
1. De Heer is self myn Herder, die my hoedet;
My ontbreeckt niet, ick word van hem gevoedet.
2. Hy legert my, op schoon begraesde weyden.
End sal my voorts aent stille water leyden.
3. Hy stelt myn siel gerust; end uyt genaden,
Om syns ...
Aan dezelfde (Lucas de Heer)
poëzie
3.8 met 37 stemmen 14.280 God houdt in zijner hand de beker der gerichten
Daaruit, hij bitt'r of zoet een iegelijk en schenkt
Na dat zijn wijsheid groot verordent en gehengt,
Maar geenszins bij geval alzo de dwaze dichten.
Nu moet zijn kerk' altijds (want hij z' int kruis wil stichten)
Drinken de eerste dronk met b...
Psalm 61
poëzie
3.5 met 20 stemmen 4.547 Wil mij, Heer, gehoor verlenen,
In mijn wenen,
Merk op mijn gebed met vlijt:
Want ik na Dij in mijn smerten,
Bang van herten,
Van des eerdrijks einde krijt.
Wil mij op een rotse leiden,
Daar 't arbeiden
Mijner kracht niet toe en baat.
Want Du bist mijn hulp verkoren,
Ende toren,
Hoog e...
Wilhelmus
poëzie
4.1 met 43 stemmen 5.487 Traditionele versie:
Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen bloet,
Den Vaderlant getrouwe
Blyf ick tot in den doot:
Een Prince van Oraengien
Ben ick vrij onverveert,
Den Coninck van Hispaengien
Heb ick altijt gheeert.
Mijn Schilt ende betrouwen
Sijt ghy, o Godt mijn Heer...