6 resultaten.
Goedemorgen, hemelse mevrouw Ping
gedicht
3.0 met 89 stemmen 19.528 is U de zachte nacht bevallen, hebben de on-
deugende, geheimzinnige planten naar behoren
gegeurd en zijn hopelijk geen van uw overige
zuigelingen aan de builenpest bezweken?
Hebt U de interessante nerveuze godvruchtige
vogeltjes, vrome goedertierende mevrouw, al wel
bekeken, druk telefonerend van: hallo, met piet,
kom je op mijn tak…
Goed Begrepen!
gedicht
3.8 met 34 stemmen 12.163 (opdracht aan mijn dooie hond)
Als je
weerkomt, indien je: ik stuit de wateren, de sluizen
stut, indien en domp ik de wind! Zo. Droog, Snel en
Niet omzien, het Diep van Aduard Oversteken; recht van
uit je graf in Tandartsebosje draafje Losjes, Onverschillig
liefst, naar het land van Pon. Waar ik je opwacht bij
de brug indien, een blinkende…
Voor Gilles
gedicht
2.1 met 380 stemmen 66.592 Hartelijk, liefst geluk wens ik je met je Verjaardag
Hoe oud ben je nu eigenlijk - twee of drie (en twintig)?
Ik moet je zeggen dat er weinig toe doet, als je maar
een beetje gelukkig bent. Helpt het, ondeugende
zelfgemaakte, indien ik je verzeker dat ik zo harts
tochtelijk van je hou en je deugdelijker vind dan
goud, wat ik zelf, althans…
Brief
gedicht
2.0 met 1 stemmen 9.271 Aan: onvernoemd. Onverstuurd.
'Kom ogenblikkelijk, ik ben ongeneeslijk ziek:
een liefde van zo'n dertig of zo jarenlang beleden
is vervallen, schijnbaar, in het niets, alwaar het
klaarblijkelijk al op zijn plaats was, al die tijd.
Indien nu koning Arthur nog maar bestond, was je een
vliegend schaak, of minstens Parcival, die had ook…
Humorloos gedicht
gedicht
2.6 met 5 stemmen 6.571 Waar winter schaduw aanblaast op het lijf
verstijft de ademtocht tot kleine rook,
van wellust geel, de appels van het oog,
na-oogst van brakke hoop, beslaan met rijp.
O minnaars, door dit najaar ondermijnd
zijn wel geschraagd door zwart, waarachtig hout
maar staan als stammen, van hun kroon ontzet
met smalle handjes, spin- en bladernaakt…
interpretatie van het uitzicht
gedicht
3.2 met 29 stemmen 7.871 Verschillende bomen in deze verdoemde tuin
stellen godzijdank nog perk en paal aan
een oude man die daar gedurig rond loopt, zonder
hoed, zwart als een krent in grauw gebak van
licht en landschap, ja een man van ziekte. Zwak
maar taai en onbeschoft. Hij draait, de afgeleefde
kreeft, in kringen om mijn vijvers, der seizoenen dolle
dolle…