De liefde
Met een supergroot vangnet
rende Mohammed door de weide.
Hij slingerde zijn lange stok in het rond.
Koeien gingen op de loop, vogels sloegen op de vlucht.
‘Ik wil je vangen! Ik wil je vangen!’,
riep Mohammed tot x keer toe.
Wat was hij toch op zoek;
al die tijd, al die moeite, al dat roepen.
Uiteindelijk viel hij uitgeput
van al het rennen tegen een hek.
Zijn kleren waren vies,
zijn haren nat van al het springen.
Gelukkig viel hij zacht.
Het gras voelde
als de armen van een boerendochter,
veerkrachtig en ontspannen tegelijk.
En Mohammed lachte van geluk, eindeloos geluk.
- Zij had hem gevonden.
Inzender: Jan de Bas (H), 22 januari 2025
Geplaatst in de categorie: liefde
Afschuwelijk gewoon.