Nu
Nu moeten wij aan veel meer traagheid wennen,
aan liefde die verdween en aan wat nog resteert
aan teerheid in wat najaarslucht en geur van dennen
en aan hoe-het-kon-zijn-gedachten die je nooit verleert.
Aan bijna-niets, en aan voortdurend 4 dezelfde muren
en aan een belsignaal dat nooit weerklinkt,
aan twintig keer per dag door ramen naar de verte turen
en aan altijd jezelf met wie je 's avonds drinkt.
En wat ik overhou is niets om weg te geven:
wat ik nog ben, ben ik alleen voor mij.
-------------------------------
uit: 'Onbegonnen werk', 1996.
Inzender: gr, 2 oktober 2012
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid