De zee
Wat een machtig en woelerig deinen
van baar op baar,
bruisend opstaand en bruisend verdwijnend
over elkaar.
De stemklank der mensen die zingen
maakt mij zo wrang;
van verouderde krachtloze dingen
spreekt mij hun zang.
Doe uw geesten mij bouwen een woning
diep in uw schoot,
waar ik zingen zal als barenkoning
tot mijne dood.
Want geen keel die aan wal uwe zangen
ooit navertelt,
en geen mensenbrein ooit zal vervangen
uw effen geweld.
----------------------
uit: Verzen (1934)
Inzender: E.K., 22 juni 2023
Geplaatst in de categorie: natuur