's Avonds laat
Moeder je kwam om elf uur thuis.
Niet later zei je zelf.
Ik zit nog steeds alleen in huis.
Het is kwart over elf.
Ik kwam uit bed om negen uur,
ik hield het niet meer uit:
geroezemoes achter de muur,
figuren langs de ruit.
Straks komen dieven om de hoek
en klimmen door het raam.
Naar geld en klokken zijn ze op zoek,
ze fluisteren mijn naam.
Ze vinden onze klok nog wel:
hij tikt vannacht zo bang.
Als ik mijn Oma nou eens bel?
Maar nee, die slaapt allang.
O, moeder, moeder kwam je maar.
Of ben je soms op reis?
Ik zit te woelen in mijn haar.
Het wordt al grijs.
Inzender: TT, 2 juli 2003
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid
dit gedicht
(martine)