11 resultaten.
'k Ben als een land
poëzie
3.3 met 10 stemmen 1.808 'k Ben als een land dat strekt in middagzon
Onmeetbaar liggende akkers en deining
Van woud en duin, tot waar de horizon
Vergaat in 't licht van eigen verreining.
En 't evenwicht der wereld koelt de gloed
Van mijn verzwarend vlees en broeiend bloed
Tot eindloos aardrust en deining
Van krachten die geen mensenhand overwon.
In stralenspel…
Misanthropie
poëzie
4.3 met 24 stemmen 1.307 Mensen zijn lelijk, met hun lijf mismaakt
Door 't zwoegen, 't droevig kleed en de eeuw'ge ziekten;
Hun geest is laf, of zij voor 't leven schrikten,
't Ondoofbare, dat rond uw schijn-zijn waakt,
Verkracht smartvlees, dat nooit de banden braakt
Waarin u wevers van de dood verstrikten
Uit duistre nacht! Vleesogen die uw blik ten…
Van Geluk
poëzie
3.7 met 7 stemmen 1.928 Hoger dan schijn
van 't mensen-zijn
in grijze guurheid
droef neergebogen,
- vèr bóven logen
van levensbanden,
wílde ik gebouwd een hemel voor mijn puurheid,
als prinsenkind van langverloren landen.
O ijsglanzige wijdte mijner landen,
ijslichtend licht doorschijnend als goudraggen bevend!
o recht, en bleek van kuisheid, herléven
kind!…
Dagen van onmacht V
poëzie
3.2 met 5 stemmen 1.610 Als een zang die langzaam en machtig wiegt,
Uit de verte aansuist en dan weer vervliegt,
En op nieuwe wind
Me nauwer omwindt,
Hoor 'k steeds het geruis van de zee.
Waar ik ben.... ik wandel langs zonnestranden,
Alleen met het ruisen der baren die branden,
Zachte branding die schuimt
Naar de guurklare ruimt',
Witte ontrolling…
Op zee
poëzie
3.6 met 8 stemmen 1.790 Grote onvoldane, o albezielde Zee!
Laat steigrend nu die storm-hoogdag opjoelen,
Zee! Zee, die twijfel-lach en kreet van wee
Als scheurend uit uw diepst-grommend omwoelen
Lost in het hijgend duizendvoudig mee-
Opjoelend leven, dat in golf-krioelen
Verlangt en zwoegt, of 't uit zichzelf zich streê,
Om zijn diep eeuw'ge dieper toch te voelen!…
De Zucht naar Onwetendheid
poëzie
4.7 met 3 stemmen 1.563 I
Ach! niet meer lijden in al ons gedachten!
We zijn zo laf van 't onbereikend trachten,
we zijn 't ‘bijna’ van alles toch zo moe!
Ons dromen zijn we moe, en 't kwade en 't goede
zo moe! en al ons nutteloos gedoe,
en àlles, - en ons onmacht zijn we moede!
- Arm knaapjes in een woud, heel ver van 't huis,
die schreien om 't ontrustend…
In de nacht
poëzie
3.2 met 5 stemmen 2.160 Mensjes, ik weet hoe leeg zijn mensgebaren,
'k Weet dat de woorden door de mens gezeid
In 't ijle slaan, en 'k praat en lijk verblijd
Of droef, mijn vrienden en beminden, maar en
Haat noch bemin. En geen van wie daar staren
Met dode blik, o ziel, weet wie gij zijt,
En dat rond uw geheimen wonderbare
Elk mijner woorden strekt een eenzaamheid…
Klokken in 't avondgrauw
poëzie
3.0 met 9 stemmen 1.514 De klokken van ellende en dood, de klokken!
Ze luien over de oude en grijze stede...
De klokken luien!
Hoor, ze brommen hol
in 't bonzend schomlen van de zware klepels,
en breken bronzen klanken, morzlen klanken,
die rollen traag, eentonig traag, en zweven,
en zich ontbindend dof en doffer smelten,
en sterven terendzacht door de…
Zomermiddag
poëzie
3.2 met 4 stemmen 1.336 Vlij u hier onder warme schaduw,
En versterve in het mijmerend lied,
In het lied der bomen uw lied.
Zie hoe rein en eenzaam hun donker
Met het eindeloos hemelgeflonker
Verglijdt in de effen en langzame vliet.
Ach kind, weet ik nog of ge droef zijt,
Weet ik nog of ge lacht of niet?...
Ons lachen en twijflen en wenen
Vervliegt in 't gestraal…
Als een zang
poëzie
4.1 met 8 stemmen 1.859 Als een zang die langzaam en machtig wiegt,
Uit de verte aansuist en dan weer vervliegt,
En op nieuwe wind
Me nauwer omwindt,
Hoor 'k steeds het geruis van de zee.
Waar ik ben.... ik wandel langs zonnestranden,
Alleen met het ruisen der baren die branden,
Zachte branding die schuimt
Naar de guurklare ruimt',
Witte ontrolling…
Een morgen
poëzie
3.2 met 4 stemmen 1.370 Nu zijn de tijden rijp, dat zonne perelt
op elk grasblaadje, en 't uitgespreid gelach
mijn ogen doopt en mijn gedachten wijdt.
Hoog staan de bomen in de jeugd der wereld
als heiligen, en heel deze eeuw'ge dag
is licht en wit, vol suiz'len wijd en zijd;
ik hoor het sap in al de planten zwellen,
en hoe, met stille wil, de schepping groeit…